Vertaalbijeenkomst in de NZASM-kamervan het Zuid-Afrika Huis


Wat is vertalen? Een paar voorbeelden.

Na een lange autorit arriveert een vrouw bij het oude familiehuis van haar verloofde. Daar wordt ze meteen besprongen door haar aanstaande schoonzus, die druk tegen haar begint te praten. Ook haar verloofde heeft opeens veel te vertellen. De vrouw reageert door letterlijk te herhalen wat de andere twee tegen haar zeggen. Ja, een mooie omgeving. Ja, een huis met een zekere charme. Ja, wel duur in onderhoud. De schrijver heeft dat zo bedacht om te laten zien dat de vrouw weliswaar te moe is om te praten, maar uit beleefdheid niet haar mond wil houden. Haar reactie tekent haar personage. Wie als vertaler die letterlijke herhalingen niet honoreert, tast de tekening van het personage aan.

Een advocaat staat in te praten op een klein meisje dat als getuige in een zaak tegen haar vader moet optreden. Hij spreekt in Jip-en-Janneke-taal met haar. Er zijn twee soorten waarheid, zegt hij, een die ‘good’ is en een die ‘hurtful’ is. Dat zijn woorden van een laag register, alledaagse woorden, opzettelijk gebruikt om het meisje op haar eigen niveau aan te spreken. Als je dat vertaalt met bijvoorbeeld ‘deugdzaam’ en ‘kwaadaardig’, vul je iets in wat niet ingevuld had mogen worden. Het raffinement waarmee de schrijver de advocaat laat praten verdwijnt volkomen wanneer je woorden inzet die alleen door een volwassene zouden worden gebruikt.

Een man en een jochie lopen door een stad. Treurigheid is troef. Ze gaan naar de dierentuin van de stad, en ook daar valt weinig vrolijkheid te beleven. Ze gaan naar het restaurant van de dierentuin, waar de man iets te drinken neem en de jongen een ijsje krijgt. ‘And the boy ate his ice cream.’ ‘Het jongetje at zijn ijsje op.’ Als je dat vertaalt met ‘En het jongetje smulde van zijn ijsje’ breng je iets in wat er niet staat. De Nederlandse lezer ziet na anderhalve bladzijde treurnis een lichtpuntje dat in de Engelse tekst ontbreekt.

Vertalen is dus kijken wat er staat en waarom het er staat. Iedere schrijver heeft een eigen stem, een eigen spanningsopbouw in zijn of haar zinnen. Er is eigenlijk geen reden om daaraan te tornen. Schrijvers kiezen bewust of onbewust voor hun eigen stijl. Daar doet ze hun best op. Ze willen de lezer dat ziet en waardeert.

Op 27 juni was de NZASM-kamer van het Zuid-Afrika Huis het toneel van een vertaalbijeenkomst. Zeven vertalers hadden zich in de voorgaande weken over de eerste tweeënhalve bladzijden van Nicole Jaekel Strauss’ Om alleen te gaan gebogen, bladzijden die nu door zes van hen werden besproken met mij als moderator. Ik had de vertalingen ontvangen en er een bundeling van gemaakt door telkens zeven varianten van een vertaalde zin naast elkaar te zetten. De bundeling was niet alleen bedoeld als leidraad bij de bijeenkomst, maar ook voor bestudering thuis. Waarom is de ene variant beter dan de andere, waar ligt dat aan? Uitgangspunt van de bijeenkomst was dat we van elkaar konden leren en daarom was het zinnig om na te gaan waarom de ene oplossing beter werkt dan de andere of juist niet.

De eerste zin leverde al een aantal problemen op. ‘Die man in die ry voor haar stamp hard met sy vuis op die toonbank terwyl hy in ’n onophoudelike stroom woorde die grondwaardin oorkant hom verbaal verguis.’

‘Die man in die ry voor haar’: Kun je dat letterlijk overnemen en geeft dat voldoende duidelijkheid? Ontstaat er geen verwarring? Gaat het over een man die in dezelfde rij staat als de ik-figuur? Hoe duidelijk is het Afrikaans? Moet je in het Nederlands extra duidelijkheid scheppen door ervan te maken ‘De man die voor haar in de rij staat’?

‘Stamp hard’: Vertaal je dat met ‘beukt’ of ‘slaat hard’? De eerste vraag die je daarbij moet stellen is of het Afrikaans ook een woord voor ‘beuken’ heeft. Ja, dat is zo, ‘hamer, en dat woord had Jaekel Strauss dus ook kunnen kiezen. Dat heeft ze niet gedaan, en dus is het niet nodig om van ‘stamp hard’ iets anders te maken dan ‘slaat hard’. (Een paar dagen later stuit ik in Elsa Jouberts Spertyd op de zin: ‘Die tekening is van ’n Chinese bul wat verbete, met alle mag, sy kop teen ’n muur stamp. Soos ek ook stamp,’ en vraag me af: Wat is hier de vertaling, ‘slaat’ of ‘beukt’?)

‘Verbaal verguis.’: Wat betekent dat en is het gangbaar Afrikaans, ‘iemand verbaal verguis’? Is het ironie? De betekenis van het Nederlandse ‘verguizen’ wordt het duidelijkst aan de hand van een voorbeeld: ‘door de een geroemd, door de ander verguisd’. ‘Verguizen’ is geen handeling die je actief verricht in de aanwezigheid van de verguisde. Een vertaling als ‘terwijl hij de grondstewardess tegenover hem verbaal verguist’ gaat dus wel erg ver. Er komt eigenlijk iets ‘raars’ te staan, en het is niet aannemelijk dat Jaekel Strauss al in haar eerste zin een ‘raar’ woord zou gebruiken. Kennelijk is het zo dat veel Afrikaanse woorden een ruimere betekenis hebben dan veel Nederlandse woorden en dat er meer rek in zit. In de andere vertalingen bleef men dicht bij de tekst met ‘verbaal verplettert’ en ‘verbaal vermorzelt’ of men koos voor een staand cliché als ‘verbaal een kopje kleiner maakt’ of zelfs ‘uitscheldt’. Als algemeen aanvaarde oplossing werd gekozen voor het inlassen van ‘proberen’, zodat de man uiteindelijk de grondstewardess ‘verbaal probeerde te vermorzelen’. Waarmee ook de alliteratie werd gehandhaafd.

En dan heb ik het nog niet gehad over ‘onophoudelike stroom woorde’. Kun je ‘onophoudelike’ letterlijk vertalen? Dat we het daarover moesten hebben wijst op de onzekerheid die insluipt wanneer je uit het Afrikaans vertaalt. De uiterlijke overeenkomst van woorden maakt argwanend, maar ook angstig. Het beste is in zo’n geval te kijken naar wat het woordenboek Van Dale als voorbeelden geeft. Vaak biedt dat een uitkomst.

Lastig was de vertaling van ‘haar stem wat oënskynlik onaangeraak en reëlmatig met hom in gesprek verkeer’, met name ‘reëlmatig’. Wat zou het betekenen, een ‘stem wat reëlmatig met hom in gesprek verkeer’. De grondstewardess probeert een opgewonden man kalm te houden door ogenschijnlijk onaangedaan en ‘reëlmatig’ een gesprek met hem op gang te houden. Slaat dat ‘reëlmatig’ op een effen, vlakke toon of op telkens terugkerende momenten? Is het misschien een variant van ‘stelselmatig’, ‘systematisch’? De enige oplossing is de schrijfster zelf raadplegen, of een native speaker, zoals dat in goed Nederlands heet, iemand die Afrikaans als moedertaal heeft en nog dagelijks spreekt of denkt in het Afrikaans.

Een zinsdeel als ‘Van waar sy ’n meter van hulle af staan, sien Cato hoe’ wordt uiteenlopend vertaald. Dat komt omdat alle vertalers voelen dat de letterlijke vorm niet in het Nederlands kan worden overgenomen. Dat levert de volgende varianten op: Van waar zij staat, op een meter afstand, ziet Cato hoe… Van waar zij staat, een meter bij hen vandaan, ziet Cato hoe… Cato, die een meter verderop staat, ziet dat… Op een meter bij hen vandaan ziet Cato hoe… Op een meter van hen vandaan ziet Cato dat…Van een meter afstand ziet Cato hoe… Cato, die er ongeveer een meter bij vandaan staat, ziet dat… Zoveel hoofden, zoveel zinnen dus.

En dan was er een zin die extra veel hoofdbrekens kostte. ‘Die res se gesigte bly onverstoord soos die oppervlak van ’n rimpellose meer, waar nie eers die pootjies van waterhondjies die serene skyn bewimpel nie.’ Het ‘die waterhondjies’ werd weergegeven met ‘schrijvertjes’, ‘waterkevertjes’, ‘schaatsenrijdertjes’ en ‘waterkever’, waarbij de ‘schaatsenrijdertjes’ in een Afrikaanse context misschien niet helemaal gelukkig waren gekozen. Het grote probleem was ‘bewimpel’. Als dat inderdaad betekende ‘verbloem, doekies omdraai’, wat wilde Jaekel Stauss dan zeggen? Dat er een sprake is van een rimpelloos meer, van een meer waar een serene schijn heerst, van een schijn die zelfs niet insectenpootjes kan worden ‘verbloemd’? Soms komt het weleens voor dat je als vertaler niet precies begrijpt wat een schrijver bedoelt. Mijn docente Italiaans zei in zo’n geval altijd: Vertaal het maar letterlijk, dan heb je vijftig procent kans dat je goed zit. Vandaar dat meer dan de helft van de deelnemers had gekozen voor ‘van een rimpelloos meer, waar zelfs niet de pootjes van schrijvertjes de stille schijn verhelen’, ‘een rimpelloos meer waarvan zelfs de pootjes van schrijvertjes de schone schijn niet verdoezelen’, ‘een rimpelloos meer, waar zelfs de pootjes van schrijvertjes de schijnbare rust niet verdoezelen’, ‘een rimpelloos meer, waar zelfs de pootjes van schaatsenrijdertjes de serene schittering niet verhelen’, ‘een rimpelloos meer, waar nog geen waterkever met zijn pootjes de serene schijn verhult’. De andere opties waren: ‘een rimpelloos meer, waar niet eerst de pootjes van waterkevertjes de serene rust hebben verstoord’ en ‘een rimpelloos meer, waar zelfs de pootjes van schrijvertjes de serene schijn niet in beroering brengen’. Raadpleging van de schrijfster zou hier echt uitsluitsel brengen, met het risico dat ze zou denken: Snappen ze dat nou niet?

Bij het bespreken van zeven vertalingen loop je het gevaar je alleen maar op woordjes te richten. Een groot probleem als de vertaling van de tijden komt daarom niet altijd aan de orde. Terwijl het Afrikaanse gebruik van de tijden soms voor de Nederlandse vertalers een enorme worsteling oplevert.

Bij iedere vertaalbijeenkomst wordt maar een fractie van alle problemen opgelost. Dat is normaal. Ook normaal zijn de momenten dat er geen consensus wordt bereikt. Het beste is dan te zeggen dat we het niet met elkaar eens worden en maar beter het volgende vraagstuk kunnen aanpakken. We proberen allemaal te vertalen wat er staat, op onze eigen manier. Een beroemde vertaler heeft ooit gezegd dat ‘vertalen wat er staat’ niet eens mogelijk is: iedere vertaler maakt er immers iets anders van. Wat je daartegen kunt inbrengen is dat de schrijver zelf waarschijnlijk maar één ding heeft bedoeld.

Aan de vertaalbijeenkomst werd deelgenomen door Michiel Angenent, Ingrid Glorie, Ingrid Scholte-Eikemans, Titia Palthe, Gitte Postel, Rob van der Veer en Dorien de Vries, met dank aan het Zuid-Afrika Huis voor het gebruik van de NZASM-kamer.